Historie Citosa
Opening nieuw bedrijfspand te Waddinxveen
HERDENKINGSNUMMER
UITGEGEVEN TER GELEGENHEID
VAN DE OPENING VAN HET NIEUWE BEDRIJFSPAND
TE WADDINXVEEN OP 28 MAART 1961
Aankomst van Z.K.H. Prins Bernhard per helikopter met straalaandrijving
De commissaris der Koningin in Zuidholland Mr. J. Klaasesz en burgemeester Van
der Hooft van Waddinxveen begroeten de Prins
President-commissaris drs. D.J. Wansink
...en directeur Jelle Kok worden aan Z.K.H. voorgesteld
Een onvergetelijke
dag
In de morgenuren op dinsdag 28 maart
1961 hees onze directeur, de heer Jelle Kok, aan de masten in het gazon
voor ons nieuwe bedrijfspand aan de Hoogeveenseweg 2 grote vlaggen. De
eerste was een gloednieuwe "rederijvlag" met het embleem van onze
onderneming en de tweede, eveneens geheel nieuw, de nationale driekleur.
Dat aan deze mast tevens een oranje wimpel werd bevestigd, hoewel op deze
datum toch geen lid van het Koninklijk Huis jarig was, duidde op iets
bijzonders.
Inderdaad is 28 maart 1961 voor onze
onderneming een zeer bijzondere en vreugdevolle dag geworden, die tot in
lengte van dagen met gouden letters in de annalen van Citosa geboekstaafd
zal blijven. Op deze dag immers heeft Zijne Koninklijke Hoogheid Prins
Bernhard de officiële opening verricht van het nieuwe bedrijfspand.
De Prins verscheen op spectaculaire
wijze in ons midden, namelijk per helikopter. Tegen 3 uur kwam deze - een
nieuw type van de Koninklijke Landmacht met straalaandrijving - in zicht.
Een luid gejuich steeg op uit de kelen van de grote menigte, die de
landingsplaats het nabij gelegen voetbalveld omzoomde. Hieronder bevonden zich 1.490
Boskoopse schoolkinderen, feestelijk getooid met oranje en vrolijk
zwaaiend met vlaggetjes. Ondanks het koude weer waren alle harten warm en
was het enthousiasme zo groot, dat na de landing een bestorming van de
helikopter dreigde.
De Commissaris der Koningin in
Zuid-Holland, mr. J. Klaasesz, en burgemeester Van der Hooft van
Waddinxveen, verwelkomden de Prins en zijn secretaris dr. F. A. de Graaff.
Hierna stelde de burgemeester het ontvangstcomité voor, waarna het
gezelschap zich naar de garage begaf. De politie had de handen vol om een
pad door de opgetogen menigte vrij te maken.
Bij aankomst in het met tentlinnen
afgesloten gedeelte van de garage, dat sfeervol ingericht was met fraaie
palmen en een schat van bloemen, werd Zijne Koninklijke Hoogheid begroet
met een hartelijk applaus van de talrijke aanwezige genodigden, waaronder
vele autoriteiten.
Nadat de Prins en de leden van het
ontvangstcomité achter de eretafel hadden plaats genomen nam onze
president-commissaris, de heer drs. D. J. Wansink, het woord. Hij sprak
als volgt:
Koninklijke Hoogheid,
Mijnheer de vertegenwoordiger van de
Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, mijnheer de Commissaris der
Koningin in de provincie Zuid-Holland, dames en heren.
Het is mij een grote eer, als
president-commissaris van de N.V. Citosa, u allen hier welkom te mogen
heten op deze voor onze vennootschap zo vreugdevolle dag.
Dat u in zo grote getale hier naar toe
heeft willen komen om de openingsplechtigheid van onze nieuwe centrale
vestiging: hoofdkantoor, garage en werkplaats bij te wonen, stellen wij
op hoge prijs.
Zeer in het bijzonder, Koninklijke
Hoogheid, geldt dit welkom u. Een groot voorrecht valt ons te beurt, dat u
op dit ogenblik in ons midden is.
De totstandkoming van een alomvattend
bedrijfsgebouw moge een reden tot grote verheugenis zijn: dat U zich
bereid heeft verklaard ons nieuwe gebouw officieel te openen, maakt dit
in het leven van een bedrijf op zichzelf reeds zo belangrijk gebeuren tot
een "gebeurtenis" van veel verder reikende importantie. Wij zijn
u
hiervoor grote dank verschuldigd.
Maar niet Citosa alleen. Uw
aanwezigheid hier is een blijk van Uw daadwerkelijke belangstelling voor
het Nederlandse vervoerswezen in zijn geheel en wij mogen er een
erkenning in zien van de belangrijke plaats, die het beroepsvervoer van
personen in ons maatschappelijk bestel inneemt. Dit stemt tot grote
voldoening.
Op weg naar de feestelijk ingerichte ontvangstruimte in de garage
De enthousiaste jeugd verbrak de afzetting
Een Koninklijke glimlach voor de receptioniste: Annie Varkevisser (r), Jo
vd Krans (m) en Cobi Kooy
Drs. Wansink spreekt woorden van welkom
Mijnheer de Directeur,
Nadat het bussenpark van Citosa thans
vrijwel geheel vernieuwd is, past het goed, dat dit nieuwe materieel nu
ook een onderkomen kan vinden in dit nieuwe gebouw. Het oude
tentoonstellingsgebouw, waarin het bedrijf tot heden was ondergebracht,
was ook weinig geschikt voor het doel, waarvoor het bij Citosa moest
dienen en reeds lang veel te klein. Maar nu is dan dit nieuwe alomvattende
bedrijfscomplex gereed en kan het hele bedrijf, ook het tot nog toe in
Zoetermeer gestalde materieel, hier worden geconcentreerd. Ik verheug mij
met U, mijnheer de directeur, dat het nu zover is en wil gaarne van deze
gelegenheid gebruik maken te getuigen van de waardering van. de Raad van
Commissarissen voor Uw energie en volharding, waarvan dit nieuwe gebouw
van onze vennootschap het tastbare resultaat is.
Velen zijn hier aanwezig om in onze
vreugde te delen. Er zijn er echter ook velen, hier niet aanwezig, die
zich over de totstandkoming van dit gebouw verheugen.
Met name denk ik hier aan ons
personeel. De aard van het bedrijf brengt mee, dat het door moet gaan.
Velen van hen doen nu hun dienst en kunnen zelfs niet in gedachten hier
zijn. Het is daarom een goed ding, dat zij hier vertegenwoordigd zijn door
u, leden van de ondernemingsraad. Gaarne spreek ik de wens uit, dat dit
nieuwe gebouw, bij de bouw waarvan er naar gestreefd is alle voorzieningen
aan te brengen, die het leven van de werkende mens kunnen veraangenamen,
er toe zal bijdragen, dat ieder lid van de Citosa-gemeenschap bevrediging
en vreugde vindt in zijn of haar werk
Koninklijke Hoogheid,
Mag ik u thans verzoeken tot de opening
van ons gebouw te willen overgaan.
Alvorens tot de opening over te gaan
dankte Prins Bernhard de president-commissaris hartelijk voor diens
woorden van welkom en zei:
Dit bezoek heb ik zeer gaarne op mijn
programma gezet. Niet alleen om uw burgemeester weer eens terug te zien,
die ik lange tijd uit het oog heb verloren doordat hij zover weg was in
het zuiden en nu bij u zit, maar ook omdat ik deze gelegenheid zeer gaarne
wilde gebruiken om de opening van Uw nieuwe bedrijfspand te verrichten,
want Uw vervoermaatschappij verricht in deze streek bijzonder belangrijk
en nuttig werk.
Ik feliciteer u, mijnheer de
president-commissaris, mijnheer de directeur en U allen met de
totstandkoming van dit mooie gebouwen zal gaarne op dit ogen blik de
opening door een druk op de knop aan mijn rechterzijde verrichten.
Deze druk op de knop, die aangebracht
was op het spreekgestoelte, deed achter in de garage een rood
verkeerslicht verspringen op groen, waarbij een claxon begon te loeien.
Gelijktijdig werden door onzichtbare handen twee grote garagedeuren
geopend en reed een glanzende, nieuwe Leyland autobus, de UB-23-45, naar
binnen. Direct hierop volgende, met de drumband voorop, de Harmonie "Concordia"
uit Waddinxveen, die speelde "In naam van Oranje doe open de poort". Een
dankbaar applaus vormde de beloning voor deze originele serenade.
Dit bezoek heb ik zeer gaarne op mijn programma gezet
Met deze druk op de knop stelde de Prins het nieuwe pand in gebruik waarin...
...de eerste autobus de garage binnen reed, gevolgd door de harmonie
Concordia uit Waddinxveen, die het "In naam van Oranje doe open de poort "
ten gehore bracht.
Aandachtig werd de binnenkomst van bus en muziekkorps gadegeslagen.
Hierna sprak onze directeur, de heer
Jelle Kok, als volgt:
Koninklijke Hoogheid, dames en heren.
Aan de uiteenzetting van onze
president-commissaris over ons bedrijf en de belangrijke rol, die ons
nieuwe bedrijfspand hierbij speelt, behoef ik weinig toe te voegen.
Wel is het mij een grote behoefte U,
Koninklijke Hoogheid, hartelijk dank te zeggen voor de moeite die U heeft
willen nemen vandaag hier naar toe te komen om dit pand te openen, een
handeling waarmede u niet alleen mij, maar de gehele Citosa-gemeenschap
zeer gelukkig heeft gemaakt.
Koninklijke Hoogheid, van de heden door
U verrichte en door ons zo zeer gewaardeerde handeling, zou gezegd kunnen
worden, dat zij onbetaalbaar is. Desalniettemin stel ik het op grote
prijs u een blijk van erkentelijkheid te geven en vraag u hierbij
toestemming u een cheque te mogen overhandigen ten behoeve van het naar
u genoemde fonds.
Tijdens de korte pauze, die volgde
nadat de heer Kok onder luid applaus de cheque had overhandigd, stond de
Prins onverwachts op en bedankte op spontane wijze voor deze ondersteuning
van het culturele leven in ons land.
De heer Kok, zijn rede vervolgend zei:
Hoewel ik nog niet aan bedanken toe
ben, moet ik hiervoor een uitzondering maken voor de burgemeester van Waddinxveen en diens staf. Deze heren en dames gaan namelijk tijdens of na
de rondleiding vertrekken in verband met het verdere bezoek van Zijne
Koninklijke Hoogheid aan Waddinxveen. Burgemeester, het is mij een grote
behoefte u hartelijk dank te brengen voor de door u betoonde medewerking
om dit gebouw tot stand te brengen. Ik kan U verzekeren, dat onze
emigratie naar Waddinxveen tot dusver aangenaam was en nog geen heimwee
heeft berokkend. Vanzelfsprekend is in deze dank uw gehele staf
betrokken.
Tenslotte, Koninklijke Hoogheid, wil ik
u vragen of u ons de eer wilt aandoen met ons een rondwandeling door ons
nieuwe gebouw te maken.
Voordat de Koninklijke bezoeker een
rondwandeling door het nieuwe gebouw maakte, stelde burgemeester Van der
Hooft de tachtigjarige moeder van de directeur, mevrouw N. M. Kok-de
Jong, aan de Prins voor en nog enige andere aanwezigen.
Na bezichtiging van de werkplaats
werden drie vertegerwoordigers van de ondernemingsraad aan de Prins
voorgesteld. Dit waren de heren G. H. van Beusekom, C. v. d. Linden en G.
C. van Leeuwen.
In de ruimte, waar de Beckson
plaatskaartenapparaten zijn ondergebracht, was hoofdconducteur N. Versluis aanwezig om - nadat de heer Kok de werking hiervan had uitgelegd -
dit product van Nederlands fabricaat te demonstreren. "Draai er eens een
kaartje uit", sprak de heer Kok. Toen draaide Versluis het plaatsbewijs
van zijn leven: uit de gleuf kwam namelijk een kaartje te voorschijn, dat
na het afscheuren bleek te zijn een goud omrand bewijs van vrij vervoer
ten name van Z.K.H. Prins Bernhard, waarmede hij tevens werd benoemd tot
erepassagier van Citosa.
De directeur bedankt Zijne Koninklijke Hoogheid voor het verrichten van de
opening
Het aanbieden van de cheque voor het Prins Bernhardfonds
De Prins betuigt zijn steun aan het naar hem genoemde fonds voor culturele
doeleinden
3 vertegenwoordigers van de Ondernemingsraad:
G. H. van Beusekom (l)
C. van de Linden (m)
en G.C. van Leeuwen worden aan Zijne Hoogheid voorgesteld
De heer Kok legt de werking uit van het Beckson plaatskaartenapparaat
Hoofdconducteur N. Versluis heeft een speciaal kaartje gedraaid
Benoemd tot erepassagier van Citosa met vrij vervoer voor het leven
Grote hilariteit toen de Prins reageerde met de opmerking, dat hij nu niet meer
met de duim omhoog langs de weg behoefde te staan
Mobilofoongesprek met chauffeur Haverkamp op de Haagse bus
Onze mobilofoon is uniek in Europa vertelt onze directeur niet zonder trots
Vervolgens leidde de rondwandeling naar
de kamer, waar onze mobilofoondienst is gehuisvest. Eerst echter werden
nog aan Z.K.H. voorgesteld onze beide personeelsleden, die enige tijd
geleden wegens 40 jaar trouwe dienst een Koninklijke onderscheiding
ontvingen, te weten de heren A. van Vreedendaal en J. Kroon. Hierna werd
de mobilofoonkamer betreden, waar de heer Kok een uiteenzetting gaf over
de grote betekenis van de mobilofoon voor onze onderneming. Zijne
Koninklijke Hoogheid toonde zeer veel interesse en bleek bereid een
gesprek te voeren met de chauffeur van een rijdende bus. De chauffeur van
deze bus, de heer Haverkamp, zal dit mobilofoongesprek niet spoedig
vergeten, want zeer tot zijn verrassing mocht hij van de Prins de
gelukwensen ontvangen met de verjaardag van zijn vrouw. Dit bijzonder
aardige en ongedwongen tafereel werd dezelfde avond vertoond in het
journaal van de Nederlandse Televisiestichting en op vrijdag nog weer
herhaald in het weekjournaal.
Vaste Post: |
"Hallo 132, hallo 132.
Over."
|
Chauffeur H.: |
"Hier 132.
Over." |
Vaste Post: |
"Hallo 132, hier komt Zijne
Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard, die enige woorden tot U
zal richten. Over." |
Z.K.H.: |
"Hallo 132. Helaas weet ik Uw
naam niet. De directeur vertelt me zo juist, dat Uw vrouw jarig
is. Nu zou ik dolgraag weten hoe U heet, want ik
wil U graag van harte met de
verjaardag van Uw vrouw feliciteren. Over." |
Chauffeur H.: |
"Hier
132. Koninklijke Hoogheid,
ik heet Ad Haverkamp. Over."
|
Z.K.H.: |
"Mijnheer
Haverkamp, U en Uw gezin van harte mijn beste wensen met de dag
van vandaag. Over." |
Chauffeur H.: |
"Hier
132. Ik dank U zeer
Koninklijke Hoogheid. Over." |
Z.K.H.: |
"Oké, Haverkamp,
ik wens U een veilige rit toe." |
|
Na de demonstratie met de mobilofoon
werd de grote hal van het kantoor bezichtigd, waarbij allereerst het
tegeltableau, aangeboden door het personeel bij het 25-jarig bestaan van
de onderneming, de aandacht trok. Vervolgens werden de glas-in-Iood ramen,
die zich halverwege de trap bevinden, van Rien van den Brink uit Eersel
(N.Br.), bezichtigd, waarbij deze kunstenaar Z.K.H. een toelichting gaf.
Op de eerste verdieping was allereerst
het kantoor van de directeur aan de beurt. Z.K.H. uitte zijn bewondering
voor de fraaie en harmonische inrichting van deze kamer. Zijn speciale
aandacht ging uit naar het handgeknoopte tapijt, dat de stafleden met hun
echtgenoten ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de onderneming
hadden vervaardigd en dat in de nieuwe omgeving zeer goed tot zijn recht
komt.
Op weg naar de kantine werd eerst nog
een kijkje genomen in het instructielokaal van de heer De Vries, waar de
heer Kok een uiteenzetting gaf over de wijze waarop het rijdend personeel
wordt geïnstrueerd voor het invullen van de werkboekjes.
Voor de in de kantine aangebrachte
schilderingen van de hand van de heer M. P. M. van Leeuwen uit Zoetermeer,
toonde de Prins zeer veel interesse.
Met een bezoek aan de ruime
wasgelegenheid met douchecellen kwam het einde van deze zeer geanimeerde
rondwandeling.
Vol aandacht voor het tegeltabtableau, dat het personeel heeft aangeboden bij
het 25-jarig bestaan van Citosa in 1953
De kunstenaar Rien van der Brink, verteld bijzonderheden over zijn glas in lood
ramen, die zich halverwege de trap bevinden
De heer Kok licht onze instructiemethode voor het nieuwe werkboekje toe
Bezichtiging van de directeurskamer
De kantine en de daarin aangebrachte wanddecoratie hebben de volle aandacht van
Z.K.H.
Via de garderobe van het rijdend personeel naar de was- en douchegelegenheid
Drs. Wansink nodigt Z.K.H. uit het gouden receptieboek te tekenen
De K.L.M.-vlieger, de heer W. Wersterhof. schoonzoon van onze directeur wordt aan
de Prins voorgesteld
Aan het verzoek van burgemeester Van der Hooft, een heildronk uit te brengen op
Z.K.H. wordt met vreugde gevolg gegeven.
Lang leve de Prins
Bij terugkomst in de ontvangsthal
bleken de glazen gevuld te zijn. Nadat Z.K.H. en de gasten aan de
eretafel de goud omrande bladzijde van het receptieboek van hun
handtekening hadden voorzien, nam burgemeester Van het Hooft het woord om
een heildronk uit te brengen. Hij sprak als volgt:
Nu het gulden boek van Citosa is
getekend, Koninklijke Hoogheid, mijnheer de president-commissaris, dames
en heren, wil ik graag U allen verzoeken op te staan van Uw zetel.
Koninklijke Hoogheid, heel hartelijk
dank dat U dit mooie gebouw, dat voor de gehele streek van zeer groot
belang is, hebt willen openen. Wij zijn U daarvoor van ganser harte
dankbaar.
Dames en heren, wij gaan nu weg
verderop in Waddinxveen, maar ik zou dit niet willen. doen zonder {j te
vragen een heildronk uit te brengen op Zijne Koninklijke Hoogheid Prins
Bernhard.
Nog vele lange en gelukkige jaren samen
met ons allemaal, Koninklijke Hoogheid. Lang leve de Prins! Hierop
reageerden alle aanwezigen met een enthousiast driewerf hoera.
Einde van het zeer vererende bezoek. Drs Wansink doet Zijne Koninklijke Hoogheid
uitgeleide
De Koninklijke auto verlaat de Citosagrond en brengt de Prins naar een ander
gedeelte van Waddinxveen
Wethouder Pille van Waddinxveen: "Het Gemeentebestuur van Waddinxveen staat op
het standpunt zoveel mogelijk de binnen haar grenzen liggende bedrijven de
helpende hand te beiden met woongelegenheid voor haar werknemers
De sprekers worden aandachtig beluisterd
Na deze toast onderhield Z.K.H. zich
nog even met enige gasten en werd onder meer de heer Westerhof, K.L.M.-vlieger
en schoonzoon van de heer Kok, aan hem voorgesteld. De tijd van vertrek
brak nu weldra aan. Na ongeveer een uur bij Citosa te hebben vertoefd
werd de tocht naar Waddinxveen-centrum vervolgd.
Uitgeleide gedaan door het
ontvangstcomité, waarvan de Prins op hartelijke wijze afscheid nam,
vertrok de Koninklijke stoet even na 4 uur per auto naar Waddinxveen voor
het verdere bezoek aan deze gemeente.
Met het vertrek van de Prins was de
eerste fase van de opening ten einde. Nu verkregen
degenen, die daartoe de wens kenbaar hadden gemaakt, de gelegenheid het
woord te voeren. De eerste spreker was de heer S. Pille, wethouder van de
gemeente Waddinxveen, die de volgende rede hield:
Mijnheer de president-commissaris,
heren commissarissen en directie der N.V. Citosa, dames en heren.
Nu mij de gelegenheid wordt geboden
namens het Gemeentebestuur van Waddinxveen, na de officiële opening door
Z.K.H. de Prins, van deze zo bij uitstek geheel naar de eisen des tijds
ingerichte garage te spreken, wil ik enkele jaren teruggaan.
De relaties, die Waddinxveen met de N.V.
Citosa had, waren slechts van zijdelingse aard. Zij beperkten zich tot het
schoonhouden van een enkel wachthuisje, een vijftal stopplaatsen en dat de
autobussen, waarmee Citosa het streekvervoer verzorgt, een Waddinxveens
product waren.
Sedert 1956 kreeg het Gemeentebestuur
meer rechtstreeks met Citosa te maken. Toen het vervoerbedrijf zich
genoodzaakt zag uit te zien naar andere bedrijfsvestigingen, heeft ons
Gemeentebestuur desgevraagd volledige medewerking verleend.
Op 29 februari 1956 verklaarde de
Gemeenteraad van Waddinxveen zich in beginsel akkoord met een wijziging
van het uitbreidingsplan, welke noodzakelijk was voor de uitvoering van de
plannen van de N.V. Citosa om het nieuwe bedrijfscomplex op Waddinxveens
grondgebied te vestigen. Op 18 september 1956 volgde de vaststelling van
deze wijziging van het uitbreidingsplan. Op 4 december 1956 was reeds de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten verkregen.
Wij waren er ons van bewust, dat het
voor Waddinxveen consequenties met zich brengt om dit bedrijf op haar
grondgebied te aanvaarden. Het Gemeentebestuur staat op het standpunt
zoveel mogelijk de binnen zijn grenzen liggende bedrijven de helpende hand
te bieden met de woongelegenheid voor hun werknemers.
Reeds in 1960, dus vóór Uw bedrijf hier
was gevestigd, waren wij in staat om van een gereedgekomen complex
woningwetwoningen, 6 woningen voor uw personeel beschikbaar te stellen.
Verder krijgt Uw bedrijf de beschikking over 24 premiewoningen in de
goedkope huurklasse, die momenteel in onze Oranjewijk in aanbouw zijn.
De contacten, die op deze wijze tussen
Gemeentebestuur en Citosa ontstonden, zijn steeds van prettige aard
geweest. Er ontstonden banden voor wederzijds begrip.
Het Gemeentebestuur ondervond
medewerking van Citosa voor het plaatsen van wachthuisjes en
schuilgelegenheden bij autobushalten, die geen beschutting hadden van
woningen tegen regen en wind.
Uw bedrijf is geen productiebedrijf,
zoals wij er in onze gemeente reeds zoveel hebben, maar is toch een zeer
belangrijk bedrijf, namelijk een maatschappij, die het streekvervoer
behartigt. Wat zouden de bedrijven kunnen beginnen als hun werknemers niet
met Uw busdiensten konden worden vervoerd?
Wat zou een gemeen te zijn als niet op
gezette tijden haar inwoners zich naar elders met een autobus zouden
kunnen verplaatsen?
Uw bedrijf is als streekvervoer voor de
plattelandsplaatsen, in het hart van Holland, naar grote en middelgrote
steden van buitengewone belang.
Voor het Gemeentebestuur is er dan ook
aanleiding om, nu Uw bedrijfscomplex officieel geopend is, U van harte
daarmede geluk te wensen. Wij heten U welkom binnen onze gemeentegrenzen.
Ik spreek daarbij de hoop uit, dat dit nieuwe Waddinxveens bedrijf in deze
fraaie en doelmatige gebouwen, waarin het voor Uw personeel een lust zal
zijn te mogen werken, een goede toekomst tegemoet zal gaan.
De voorzitter van de K.N.V.T.O. mr. D. van Setten, aan het woord
De architect, de heer A. v.d. Meyden, schertste de totstandkoming van de plannen
en het verloop van der bouw
Na de heer Pille sprak mr. D. van
Setten, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Transportondernemingen. De heer Van
Setten bleef in het eerste gedeelte van zijn toespraak in het
persoonlijke vlak en haalde op humoristische wijze oude herinneringen op.
Uit het tweede gedeelte citeren wij het volgende:
En zo sta ik dan nu weer in zo'n
prachtige nieuwe omgeving. Ik moet U zeggen, dat ik dat altijd doe met min
of meer gemengde gevoelens. Het is ongeveer een jaar geleden - mijnheer Vinkesteyn ziet dat zo direct weer voor zich - dat wij in een andere zaal,
niet zo heel ver hier vandaan, midden in Den Haag, met elkaar zaten
tegenover enige strenge Excellenties, die met de richtlijnen voor de
loon- en prijspolitiek in de hand, een bepaalde kant niet op wilden waar
wij wel heen wilden. Het was daar, dat een van die Excellenties - toen ik
daar trachtte uiteen te zetten hoe moeilijk wij het toch wel hadden -
vroeg: "En al die prachtige gebouwen dan, die U daar zet?" Nu was dit niet
de schuld van Jelle. Dat was de schuld van een van onze collega's, wiens
naam ik hier niet zal noemen, maar die toevallig woont in dezelfde plaats
waar deze Excellentie vandaan komt en die, wanneer wij onze armoe zaten
uit te stallen, als maar voor zijn geestesoog dat mooie gebouw van een van
onze collega's zag.
Het lijkt, dat hier een zekere
tegenstelling zit tussen wat wij als organisatie proberen te verdedigen in
Den Haag en wat hier nu vandaag weer tot stand gekomen is. Ik zal het niet
te lang maken, want er zijn nog meer sprekers, maar tot slot geloof ik,
dat ik hier toch nog iets van moet zeggen.
Deze tegenstelling is namelijk
schijnbaar. Het is zo, dat juist in een gebied als hier - wij hebben dat
vorig jaar ook bijzonder moeilijk ervaren - de aantrekkingskracht van de
grote steden en van de over het algemeen bijzonder goed geoutilleerde
industrie op het personeel zodanig is, dat wij als vervoerbedrijven ook
wel degelijk met onze voorzieningen zo voor de dag moeten komen, dat het
personeel de indruk heeft: daar te werken, dat is een bijzonder genot. Om
bij dit bedrijf te mogen werken, dat is een eer. Dat kan niet, wanneer wij
moeten blijven doorwerken met betrekkelijk eenvoudige gebouwen zoals ik
die nog gekend heb indertijd in Zoetermeer. En daarvoor is het een
besliste noodzaak, dat er gebouwen zijn en outillage, zoals thans hier
aanwezig. Ook omdat daarmee het werk en de efficiency van het hele
bedrijf zo goed mogelijk kan worden gevoerd. Dat kan eigenlijk alleen maar
op deze wijze. Dat Citosa dit nu op dit moment heeft bereikt, daarmee wil
ik de directeur en commissarissen namens de K.N.V.T.O. gaarne bijzonder
hartelijk gelukwensen en hen daarbij toewensen, dat zij hierdoor mede in
staat zullen zijn het toch altijd nog grote probleem van de
personeelsvoorziening op zo kort mogelijke termijn te kunnen overwinnen.
Mijn hartelijke gelukwensen met dit gebeuren.
Als laatste spreker trad naar voren
onze architect, de heer A. v. d. Meijden uit Ermelo. Deze zei, dat de
architect, als hoofd van een bouwteam de taak toevalt om bij het
gereedkomen van het bouwwerk de gedachten te vertolken, welke - als een
afscheid van elkaar en van het gezamenlijke werkstuk - door alle
medewerkende heengaan: naast de voldoening is er al tijd de ondertoon
van weemoed.
De heer v. d. Meijden releveerde, dat
op 14 juni 1955 het eerste contact tussen de directie van Citosa en hem
tot stand kwam en dat na studies van autobusbedrijven in Nederland,
Zweden, Engeland, Amerika en Duitsland een programma van eisen tot stand
kwam, dat tot grondslag diende voor het ontwerp van het te bouwen complex.
Edoch, aldus spreker, planologische
moeilijkheden, latere beschikbaarheid van terrein, bestedingsbeperking en
nog enkele vertragende factoren waren oorzaak, dat pas in september 1959
de aanbesteding kon plaatsvinden en in november-december de opdrachten
konden worden verstrekt aan respectievelijk de firma Rehorst te
Waddinxveen voor het bouwwerk, de firma Jan Kuipers te Nunspeet voor de
staalconstructie, Deerns te Breda voor de centrale verwarming en de firma
Vonk te Coevorden voor de elektrische installatie. Het dagelijks toezicht
namens de directie werd aan de heer Gerritsen te Gouda opgedragen.
Na deze opdrachten werd met alle
betrokkenen bij deze bouw een tijd- en werkschema opgesteld. u allen, de
heer Kok kennende, weet dat daar wel de nodige drang achter zat om het
binnen het opgestelde schema voor elkaar te krijgen. Op 15 december
daaropvolgende kon door de directeur, de heer Kok, de eerste paal worden
geslagen en 8 april 1960 legde de president-commissaris, de heer drs. D.
J. Wansink, de eerste steen. Deze handelingen, vanouds in gebruik, mogen
getuigen van respect voor de zinvolle arbeid van het bouwen als
cultuuruiting. Het betrekt de opdrachtgever, de principaal, in de
gemeenschap van bouwers. Deze handeling bevestigt de gegeven opdracht en
stelt een begindaad, geeft aan de onderlinge afhankelijkheid van denken
en handelen. u, mijnheer de president-commissaris ging hier vooraan. Wij
bieden u hierbij de troffel, welke wij hebben voorzien van een inscriptie,
als herinnering aan de toenmalige plechtigheid aan.
De voortgang van het werk is
overeenkomstig tijd en werkschema thans ten einde. Van deze plaats wil ik
alle medewerkende voor ieders deel hartelijk danken voor de samenwerking,
die hier is geweest. Het was een samen bouwen, dit is een woord van
Rehorst, die dit gebruikte bij het begin en ik meen, dat hieraan is
voldaan, ondanks belangenverschillen of verschillen van inzicht.
Grote waardering en dank mag ik
uitspreken voor de inspirerende en stimulerende ideeën en voorbeeld van
activiteit van de directeur, de heer Kok, zowel tijdens de voorbereiding
als de uitvoering van het werk.
De algemeen bedrijfsleider, de heer
Hooftman, het hoofd van de technische dienst, de heer De Kooter, en het
overig personeel van Citosa van deze plaats hartelijk dank voor alle hulp
en bijstand die werd gevraagd, waar dan ook en op welke tijd. Altijd
waren deze mensen bereid onmiddellijk in te springen om een handje te
helpen.
De gemeente Waddinxveen, de Dienst van
Gemeentewerken, Planologische Dienst, Stad en Landschap van Zuid-Holland,
Provinciale Directie en Centrale Directie voor de Bouwnijverheid en
Volkshuisvesting, Provo Waterstaat, Lichtfabrieken Leiden, P.T.T.,
Polderbestuur, Arbeidsinspectie en diverse diensten der Nederlandsche
Spoorwegen willen wij op deze plaats voor hun aller medewerking hartelijk
dankzeggen.
Mag ik tot slot, namens alle
medewerkers, de hoop uitspreken, dat ons werkstuk in alle opzichten zal
mogen voldoen aan de gestelde eisen en verwachtingen en mag leiden tot
meerdere bloei van de samenleving en van Citosa.
Mijnheer de directeur, hartelijk dank
voor alles wat U voor ons hebt kunnen doen. Ik hoop, dat Uw gebouwen Uw
onderneming ook in de toekomst zullen blijven groeien.
Het slotwoord van de directeur
Het officiële gedeelte van de middag
werd beëindigd met een slotwoord van onze directeur. Hij sprak als volgt:
Mijnheer de Directeur-generaal van het
Verkeer, mijnheer de Rijkshoofdinspecteur, burgemeesters van diverse in
ons vervoersgebied gelegen gemeenten, alle overige gezagdragers, dames en
heren.
Het valt mij moeilijk de juiste woorden
te vinden voor de gevoelens, die mij op dit ogenblik vervullen. Zeker is
echter, dat deze gevoelens alle tot één woord samen te brengen zijn,
namelijk dankbaarheid, zeer grote dankbaarheid.
Dank aan u, heren Vinkesteyn en Oster,
dat U bij deze gelegenheid aanwezig hebt willen zijn. Moge de samenwerking
met Uw diensten altijd zo prettig blijven als deze tot dusver was.
Dank ook aan u, heren commissarissen,
onder voorzitterschap van de heer drs. D. J. Wansink, dat U mij het
vertrouwen schonk dit bouwwerk tot stand te kunnen brengen.
Allen, die aan de totstandkoming van
dit gebouw hebben medegewerkt, te bedanken zou te vervoeren.
Na het officiële gedeelte bleven vele gasten nog geruime tijd gezellig
bijeen
Daarom al deze heren mijn hartelijke
dank. Een uitzondering wil ik echter gaarne maken voor diegenen, met wie
ik bijna dagelijks contact had tijdens de bouw. En dat is dan wel in de
eerste plaats onze architect, de heer v. d. Meijden.
Mijnheer v. d. Meijden, onder Uw
uitnemende architectuur en zeer deskundige leiding ontstond dit mooie bedrijfspand, waarmede U zeer
zeker veel eer inlegt. Gaarne wil ik hiervoor u en uw medewerkers mijn
hartelijke dank betuigen. Ook wil ik U hartelijk dankzeggen voor het mooie
geschenk, dat u ons aangeboden heeft voor de versiering van de hal.
Ik zou niet volledig zijn als ik in
deze dank niet onze dagelijkse opzichter, de heer Gerritsen, betrok.
mijnheer Gerritsen, U had de vaak moeilijke taak te vervullen de theorie
en de praktijk samen te brengen, een taak waarin u uitnemend en tot onze
grote tevredenheid geslaagd bent. Mijnheer Gerritsen, ook u mijn
hartelijke dank.
De gebroeders Rehorst verdienen zeer
zeker ook onze grote dank. Alle aanwezigen zullen bij hun rondgang kunnen
constateren, dat zij iets moois gemaakt hebben. De zeer prettige sfeer,
die al die tijd tussen ons geheerst heeft, zal door ons niet licht
vergeten worden. Heren Rehorst mijn hartelijke dank. En in deze dank
betrek ik ook gaarne alle andere grotere en kleinere firma's, die aan de
bouw hebben medegewerkt. Heren, nogmaals, wij danken u hartelijk.
Ik zou wel zeer tekort schieten als ik
thans de Provinciale Waterstaat, hier vertegenwoordigd door de heer Wagensveld, bij dit bedanken zou vergeten. Bij alle moeilijkheden, ik noem
hiervan uitpadvergunning en wegverbreding, hadden wij de volledige
medewerking van deze instantie. Mijnheer Wagensveld, hartelijk dank voor
de vele malen, dat ik U met onze moeilijkheden mocht komen lastig vallen.
Ik hoop nog vele jaren met u als wegbeheerder te kunnen samenwerken
Dames en heren, een oud gezegde luidt:
"Scheiden doet lijden". En daarbij denk ik dan aan de gemeenten Boskoop
en Zoetermeer. Meer dan 30 jaren is ons bedrijf in Zoetermeer gevestigd
geweest en ongeveer 13 jaren in Boskoop. Voor ons maakt de wetenschap, dat
wij zo'n mooi pand gaan betrekken, dit lijden dragelijk. Voor de beide
zojuist genoemde gemeenten is een troost, dat de concentratie naar
Waddinxveen, in de spitsuren een kwartierdienst naar en van Den Haag doet
ontstaan, wat zeer zeker voor deze beide gemeenten het scheiden lichter
zal maken. Vertegenwoordigers van de gemeenten Zoetermeer en Boskoop,
hartelijk dank voor de grote medewerking, die ik in de afgelopen jaren van
u mocht ondervinden. Dames en heren, grote dankbaarheid vervult mij, dat
mijn moeder - ondanks haar hoge leeftijd - nog hier aanwezig kan zijn.
Moeder, het verheugt mij ten zeerste, dat u, die van allen het beste weet
hoe het begon, thans ervaren kunt hoe het gegroeid is.
Ook de sprekers van hedenmiddag breng
ik gaarne mijn hartelijke dank voor de vele gelukwensen, die zij hier
uitspraken. Heren, ik hoop, dat de prettige omgang en goede samenwerking
met u allen moge blijven bestaan tot in lengte van dagen.
Zeer hartelijk wil ik nog de schenkers
van bloemen en mooie cadeaus bedanken. Mijne heren als nu het spreekwoord
al zegt, dat kleine cadeaus de vriendschap onderhouden, dan moet onze
vriendschap, gezien de vele grote cadeaus en mooie bloemen, wel oneindig
zijn.
Bij deze cadeaus, dames en heren, wil
ik vooral vermelden twee geschenken, die op mij zeer diepe indruk gemaakt
hebben. Dit is ten eerste de "rederijvlag", die door de staf werd
aangeboden en die u buiten reeds hebt zien wapperen en ten tweede de mooie
zitbank in de benedenhal, die door onze personeelsvereniging werd
geschonken. Dames en heren, onze hartelijke dank voor deze vorstelijke
cadeaus.
2 pioniers, de heer Kok en zijn zwager de heer J. Verheul, fabrikant van
Citosa's eerste bus in 1928, en ook van de bus, die als eerste de nieuwe
garage binnen reed, maken vergelijkingen tussen het verleden en het heden
Dames en heren, ik zou niet compleet
zijn als ik niet van deze plaats en in Uw aller tegenwoordigheid de heer
Hooftman bedankte voor het vele werk, wat ook hij aan de nieuwbouw en voor
de nieuwbouw verricht heeft. Uiteraard brengt bij een normaal bedrijf zo'n
bouwperiode veel werk mee. Ik kan U verzekeren, dat de heer Hooftman alles
gedaan heeft om dat voor mij zo gemakkelijk mogelijk te maken. Mijnheer
Hooftman, mijn hartelijke dank daarvoor.
De heren van de pers, voor zover nog
hier aanwezig, betuig ik eveneens mijn hartelijke dank voor de betoonde
medewerking.
Dames en heren, ik nodig U thans uit
een rondwandeling door het gebouw te maken. Kijkt U gerust overal, doch
vergeet niet, dat ook onze restaurateur in deze hal eer bewezen moet
worden.
Van de gelegenheid de gebouwen en
inrichtingen te bezichtigen werd zeer druk gebruik gemaakt. Zowel de
directeur als de architect mochten na afloop hiervan vele waarderende
woorden en complimenten in ontvangst nemen.
Voorts mocht geconstateerd worden, dat
de suggestie van de heer Kok - de restaurateur eer aan te doen - geenszins
in de wind werd geslagen, wat tot gevolg had, dat vele gasten nog geruime
tijd in een prettige sfeer, met een gezellig muziekje op de achtergrond,
bijeenbleven om na te praten over de gebeurtenissen van deze voor Citosa
zo historische dag. Het was een dag om nooit te vergeten.
De kantine werd door m'n vrouw Riet
geopend, waar ze later voor de koffie voor het personeel op kantoor
en garage heeft gezorgd.
Foto: Aad Quack
Een bijzondere
verjaardag
Tweemaal werd zij genoemd in het
T.V.-journaal. In talrijke kranten werd over haar geschreven. Maar
behalve in eigen kring schonk niemand verder aandacht aan haar. Daarom nu
een ogenblik Uw aandacht voor mevrouw Haverkamp.
Enige bladzijden terug heeft men kunnen
lezen over het mobilofoongesprek, dat Z.K.H. Prins Bernhard heeft gevoerd
met chauffeur Haverkamp, toen deze de Haagse dienst reed.
Tijdens dit gesprek vertelde de Prins,
dat hij zojuist van onze directeur had gehoord, dat mevrouw Haverkamp
jarig was en dat hij van dit mobilofoongesprek gebruik wilde maken de
heer Haverkamp met deze blijde dag te feliciteren. Televisie, radio en
pers waren er als de kippen bij dit gebeuren tot één van de hoogtepunten van het Koninklijke
bezoek te verheffen. Zeker niet ten onrechte, want dit gesprek droeg een
echt genoeglijk karakter wat allerwegen veel sympathie heeft verwekt.
Maar de persoon om wie dit gehele
gesprek draaide, de jarige mevrouw Haverkamp, bleef ondanks haar hoofdrol
volkomen achter de schermen. En daarom leek het ons goed haar op deze
plaats eens een ogenblik voor het voetlicht te halen.
Wie is mevrouw Haverkamp?
Zij is een gezellige, bedrijvige
huisvrouw, moeder van - om haar eigen woorden te gebruiken - "twee
schatten van jongens" van respectievelijk 3 en 5 jaar. Sinds 2 jaar
bewoont het gezin Haverkamp een woning in de nieuwbouw bij de Reeuwijkse
Brug, na jaren op inwoning langs de plassen te zijn aangewezen. "In de
buurt van de nieuwbouw is gelukkig niet veel water en dat is voor de
kinderen een stuk veiliger dan bij de Plas en de Breevaart", vindt mevrouw
Haverkamp.
"Heeft u een hobby?"
"O ja, wel meer dan één. Ik lees graag
en ik hou van muziek". Inderdaad valt het de bezoeker bij het binnen
treden op, dat de grote kamer een enorme hoeveelheid boeken herbergt.
Langs de andere wand trekt een grote zwarte piano de aandacht. Pianospelen
leert zij niet volgens het notenschrift maar met behulp van het Klavarskribo-systeem. "Niets meer te maken met mollen en kruizen. En geen
toonladders". "Wanneer hoorde U het voor het eerst, dat Prins Bernhard U
zijn gelukwensen deed toekomen?"
"'s Avonds toen de visite binnenkwam.
Ik was er beduusd van."
"En waar was U mee bezig toen het
bewuste mobilofoongesprek plaatsvond?"
"Ik geloof, dat ik toen net een doos
bonbons uitpakte, die een neef mij bracht."
"Houdt Uw man van zijn werk?"
"O ja, Ad zou niets anders meer
willen."
Het viel ons op, dat mevrouw Haverkamp
de naam Ad noemde, terwijl we op de zaak altijd horen spreken over Ab Haverkamp.
"Waar zit 'm dat in, mevrouw
Haverkamp?" "Waarschijnlijk is dat vroeger eens verkeerd verstaan en is
het altijd Ab gebleven. Ab of Ad klinkt ook bijna hetzelfde."
"Hoe hoort U Uw man het liefst noemen,
Ab of Ad?" "Ad, want dat is per slot van rekening de afkorting van
Adriaan, zijn derde voornaam."
Na deze woorden, waarin - naar wij
geloven - een stille wens besloten lag, was het tijd geworden om afscheid
te nemen van de vrouw, die zonder dat zij het wist, een rol speelde bij
het bezoek van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard. Deze verjaardag
zal het gezin Haverkamp ongetwijfeld lang in herinnering blijven.
Nog twee dagen
bezoek
De beide dagen, die volgden op de
openingsdag stonden ook sterk in het teken van de belangstelling. Op deze
dagen had de directie autoriteiten en zakenrelaties in de gelegenheid
gesteld met het nieuwe bedrijf kennis te komen maken.
Velen hebben van deze uitnodiging
gebruik gemaakt. Evenals op de openingsdag kregen de heren Kok en v. d. Meijden weer vele complimenten
in ontvangst te nemen.
Na de rondwandelingen, waarbij de
stafleden als gids optraden, vonden de gasten elkaar in de kantine
terug, waar men "met op zijn tijd een natje en een droogje" nog geruime
tijd onder gezellige kout bleef vertoeven. De bekende Boskoopse
hammond organist, Jack Nieuwesteeg, zorgde hierbij voor een passende
muzikale omlijsting.
Dat er stevig gerookt werd was op
zichzelf geen bezwaar, maar dit bracht wel enig nadeel mee voor de
kwaliteit van de tijdens deze recepties gemaakte foto's. Niettemin zijn er
enige op deze pagina's afgedrukt.
De Kantine ingewijd
.
Verdeeld over drie avonden - op 4, 5 en
6 april was het gehele personeel uitgenodigd met hun dames of heren het nieuwe bedrijf te komen
bezichtigen. Aan deze uitnodigingen is in zeer grote getale gevolg
gegeven.
Wel een bewijs, dat iedereen
nieuwsgierig was om te ervaren hoe groot het verschil zou zijn tussen het
oude en het nieuwe gebouw.
Na de koffie met gebak heette de
directeur de aanwezigen met een kort woord welkom. Hij zette hierbij het hoe en waarom van de
totstandkoming van de kantine uiteen en sprak de wens uit, dat deze vele
diensten aan het personeel zou gaan bewijzen.
Na het tweede kopje koffie volgde de
bezichtiging van de gebouwen en op de afgesproken tijd was iedereen weer
in de kantine terug, waarna het cabaretprogramma, afgewisseld met muziek,
dans en "meezingliedjes" een aanvang nam.
Ook hier bleek weer, dat het muzikale
gedeelte bij de heer Jack Nieuwesteeg in goede handen was. De prachtige
klank van zijn hammondorgel kwam in de gehele kantine volledig tot zijn
recht. Ook bleek hij het accordeonspelen nog niet verleerd te zijn,
hetgeen elke avond een enthousiast uitgevoerde polonaise tot gevolg had.
Dat de heer Kok deze rasmusicus tot "Hofkapelmeester
van Citosa" benoemde was dan ook een alleszins verdiende onderscheiding,
waarmee de "zaal" op niet mis te verstane wijze instemde.
Gezelligheid kent geen tijd, het klokje
van gehoorzaamheid en alle overige gebruikelijke spreekwoorden en
gezegden bleken traditiegetrouw ook op deze avonden weer van toepassing
te zijn. Onder onze Citosamensen betekent dat: het was goed, het was
gezellig en we komen graag terug.
Hulde !!
Op de laatste personeelsavond sprak de
heer Kok zijn grote erkentelijkheid uit jegens de Citosa-dames, die onder
leiding van mevrouw Hooftman en mevrouw Francken, op zo voortreffelijke
wijze de verzorging van de inwendige mens tijdens de personeelsavonden
voor hun rekening hebben genomen.
De namen van deze dames, die ook de
beide dagen na de opening op de bedrijfsreceptie in dezelfde behoefte
hebben voorzien, luiden:
Mej. Hilgers
Mevr.Oosterom
Mevr. Stolker
Mevr. Van Vliet
Mevr. Verwey.
Een oude bekende
De
oudere personeelsleden zullen zich ongetwijfeld herinneren, dat de heer M.
P. M. van Leeuwen, vervaardiger van de muurdecoratie in de Kantine, van
1943 tot 1944 werkzaam is geweest bij Citosa, toen gevestigd in Zoetermeer.
Eerst was hij korte tijd conducteur en daarna werkzaam op het kantoor.
Het kantoorpersoneel bestond toen uit 3 personen, die gehuisvest waren
in een kantoortje, dat tegen het toenmalige woonhuis van de heer Kok was
aangebouwd. De bouw van dit kantoortje betekende toen een enorme
verbetering, omdat niet meer de gehele dag in kunstlicht gewerkt en op
elkaars lippen "gezeten" behoefde te worden in een kantoor, dat gebouwd
was in de zeer "geluiden rijke" werkplaats.
In die tijd dacht niemand: wat niet is,
kan komen. Bij de voltooiing van ons nieuwe pand kunnen we zeggen: het is
toch gekomen. Maar dat is niet zomaar ineens gebeurd. Eerst kregen we
Boskoop als tussenfase. En ook in Boskoop vonden wij de heer Van Leeuwen
weer bij Citosa terug. Niet in dienstverband, maar als maker van de
bekende muurschildering in het directiekantoor met de slagzin: Citosa
verbindt het platteland met de steden.
Nu Citosa van Boskoop is verhuisd naar
Waddinxveen zijn we opnieuw de heer Van Leeuwen tegengekomen en wel als
de man, die de wandschildering van de kantine verzorgde. Dat hem via zijn
relatie tot Citosa de eer te beurt viel te worden voorgesteld aan Z.K.H.
Prins Bernhard zal voor zijn carrière ongetwijfeld een hoogtepunt vormen.
De wandschildering is op de eerste
plaats bedoeld als versiering van deze ruimte om het personeel de sfeer te
laten ondergaan van iets huiselijks (schilderij afbeeldingen) en het te
laten zien, dat de ontwikkeling van het personenvervoer over de weg in de
loop der eeuwen diverse stadia heeft doorgemaakt.
Het houten wiel heeft uiteraard de
langste termijn voor z'n rekening genomen, totdat omstreeks 1900-1910 het
ijzeren wiel met de rubberband z'n intrede deed.
Vertelling in glas
Van schilderij no. 1 af tjm no. 8 is
het houten wiel het hoofdmotief. Vervolgens het kleine rubberbandje van de
oude Fordjes e.d. en, als overgang naar het huidige tijdperk, het grote
buswiel. Dit is dan ook als hoofdmotief ingedeeld.
Het buswiel is ook een deel van het
embleem van Citosa met naar beide zijden uitslaande vleugels. Uiteraard is
dit op de muurschildering gestyleerd weergegeven.
De lijnen om de schilderijen heen
suggereren de lange weg, die moest worden afgelegd om tot deze
ontwikkeling te komen via vele ups and downs. Dit is uitgebeeld in
opgaande en buigende lijnen in kleur. Tussen de schilderijen door loopt
een rechte band, bedoeld als onderlinge verbinding tussen deze
schilderijen. Deze kan echter ook uitgelegd worden als het ideaal van de
mensheid in een rechte lijn te streven naar vooruitgang.
Afgekapte lijnen bij 1940-1945 stellen
voor het lamleggen van alle diensten door de bezetting. Het donkere vlak
geeft de oorlogstijd aan, somber en ellendig. Het vuur geeft aan de
vernietiging, maar ook het brandend verlangen naar de uiteindelijke
overwinning. Vliegtuigen, vijandelijke en vriendschappelijke, beheersten
in die tijd het luchtruim en verdrongen het personenvervoer van de weg. De
gasgenerator vindt in deze schildering dan ook precies z'n plaats.
Dan het jaar 1946. Het moeizaam op gang
komen door middel van noodbussen. Daarna in 1948 de Crossley-bussen, die
bij Citosa miljoenen kilometers hebben afgelegd en op dit moment in
geringe getale nog steeds trouw hun dienst vervullen. Hun opvolger, de
Leyland, fungeert als afsluiting van de wandversIenng.
"Halverwege de trappen van het
hoofdkantoor zijn twee glas-in-Iood ramen aangebracht. De kunstschilderglazenier Rien van den Brink te Eersel (N.Br.), is hiervan
de vervaardiger. Bij het ontwerp der ramen heeft deze kunstenaar als
uitgangspunt genomen onze spreuk: "Citosa verbindt het platteland met de
steden" .
Het wegen motief heeft in de
voorstelling een belangrijke functie en vormt een verbinding tussen beide
vensters. Afwisselend zijn het platteland (met bladmotief) en de stad
(met huizen en fabrieken) in gestyleerde vorm aangeduid.
Het personenvervoer heeft zeer veel
bijgedragen tot bloei en ontwikkeling van de handel, techniek, cultuur en wetenschap
De ontwikkeling van het vervoer te land
wordt tot uitdrukking gebracht in een oud busje (links) en een moderne bus
(rechts). Het middenpaneel geeft een uitbeelding van het vervoer in de
lucht en te water door mens en dier, vogels, vliegtuigen, vissen en
schepen. Om geen afbreuk te doen aan de fraaie lichtval in de hal en om
het venster ook naar buiten "open" te houden zijn de ramen uitgevoerd in
zeer lichte en toch warme tinten.
,De firma Icks te Venlo verzorgde de
technische uitvoering der ramen.
2 foto's van de opening op 28 maart 1961. Foto's met dank aan
Dick-Jan Thuis
van de facebook pagina:
Waddinxveen parel aan de Gouwe.
De foto’s komen van
Fotopersbureau De Boer
Klik op de foto's voor een prachtige vergroting.
De bus op de onderste foto is de Citosa 4533 en gloednieuw, want hij is
hier een week oud. Het gaat hier om een Leyland-Verheul model Holland
Coach en werd vooral gebruikt voor Tourwerk. Deze wagen is op 15
februari 1978 bij Westnederland uit dienst gegaan. Van deze serie is nog
steeds 1 te bewonderen in het
Haags Bus museum,
namelijk de Citosa 4282. (09-02-1961)
Maandorgaan voor het personeel van de
Autobusdienstonderneming CITOSA N.V. te Waddinxveen
14e jaargang
Redactie: J. G. Hooftman en A. H.
Verschut
Herdenkingsnummer uitgegeven ter
gelegenheid van de opening van het nieuwe bedrijfspand op 28 maart 1961
Foto's in dit nummer:
Fotopersbureau Anefo, Fotopersbureau C.
de Boer, Fotopersbureau 't Sticht, Nationaal Fotopersbureau,
J. G. Hooftman, Sjaak Noteboom, A. E.
J. Sandbrink
Met dank aan Ab Pit voor het beschikbaar stellen voor het boekwerk
Slotwoord: De garage zou tot 10 december 2006 worden gebruikt.
Volgende pagina
|