Materieelvernieuwing en -verschuivingen bij begin
dienstregelingjaar2024
Hallo Marty en andere busvrienden,
Rond 1978 was ik niet
zo gecharmeerd van het feit dat kleine OV-ondernemingen, ook
bedrijven die het in mijn ogen heel goed deden, zich mede
onder druk van de Rijksoverheid genoodzaakt zagen, hun
dienstenpakket aan grotere buurbedrijven over te dragen. Die
grotere bedrijven waren meestal dochterondernemingen van NS,
en daardoor indirect in handen van het Rijk. Daarom wierp
ik, misschien wel als eerste in Nederland, in een vakblad
het idee op om in plaats daarvan door middel van
aanbesteding en gunning groepjes van OV-lijnen toe te delen
aan het bedrijf dat de meeste kwaliteit kon bieden tegen
gegeven kosten, dan wel tegen de laagste kosten een vereist
kwaliteitsniveau zou leveren.
Ik sta nog steeds
achter deze aanpak, maar zie in het aanbestedingssysteem
zoals zich dat (geheel onafhankelijk van mijn "voorzet"
natuurlijk) in de afgelopen ruim twintig jaar heeft
ontwikkeld, wel wat verschillen ten opzichte van wat ik
destijds voor ogen had. Vooral hierin, dat: 1. de
concessiegebieden steeds groter zijn geworden, waardoor
alleen grote (meestal internationale) concerns nog zonder al
te veel risico's van kapitaalvernietiging of boetes tegen
elkaar op kunnen bieden; 2. nogal eens méér op kosten dan op
kwaliteit wordt gelet (waardoor een aanbesteding soms niet
veel meer is dan een poging tot een niet al te
klantonvriendelijke bezuinigingsoperatie); 3. blijkbaar bij
de opdrachtgevers in sommige gevallen de kennis en
deskundigheid ontbreekt om te beoordelen of bepaalde
offertes wel realistisch zijn. Een gevolg hiervan kan zijn
dat er op één dag te veel tegelijkertijd moet worden
veranderd en dat er geen degelijke noodplannen klaarliggen
als bijvoorbeeld de beloofde nieuwe bussen niet op tijd
arriveren, het aantal beschikbare chauffeurs te laag is of
bedachte rijtijden te krap blijken. Goede dienstregeling-
en dienstuitvoeringsinformatie aan de reizigers schiet er
ook nog wel eens bij in.
De ingang van het
nieuwe dienstregelingjaar 2024 (voor de meeste gebieden op
10 december j.l.) moet in dit opzicht wel als een dieptepunt
worden gezien. Althans, ik hoop dat de toekomst dat zal
bevestigen.
In drie (voormalige)
concessiegebieden (Twente, IJsselmond/Lelystad, Zaanstreek)
verscheen een nieuwe vervoerder die in de offertefase een
dienstregeling met verbeteringen en volledige inzet van
elektrische bussen vanaf de aanvang had beloofd. Slechts in
één van deze gebieden verschenen daadwerkelijk vanaf het
begin nieuwe bussen. Althans een deel van het totaal aantal,
ongeveer 60 van de 104 bestelde wagens. Daardoor kon ik op
de eerste dag, een zondag, uitsluitend nieuwe elektrische
Volvo 7900-bussen (genummerd in de 4800- en 4900-groep) op
de lijndiensten van Arriva in Twente aantreffen. Wel bleek
er af en toe sprake te zijn van rituitval en vertragingen.
Oorzaken bleken te liggen in onder meer problemen met c.q.
onduidelijkheden voor het personeel inzake het laadproces.
Op de maandag daarna - ik logeerde een paar dagen te
Ootmarsum - constateerde ik ook een moeizame doorstroming op
het voor veel lijnen cruciale traject tussen station en
centrum te Enschede. Dit werd verergerd door het nog niet
goed functioneren van het
verkeerslichtenbeïnvloedingssysteem (KAR), chauffeurs die
bijvoorbeeld de handrem niet wisten los te krijgen of
problemen hadden met de nieuwe wagenverkoopapparatuur,
alsmede het trage optrekken van de nieuwe bussen. Dat
laatste was mijzelf niet eens zozeer opgevallen - wellicht
hadden sommige chauffeurs nog herinneringen aan de
pijlsnelle Volvo B10M- en B10R-dieselbussen uit de dagen van
de TET en waren hun verwachtingen daardoor te hoog gespannen
-, maar dit bleek een kwestie van instelling van
"software"-parameters te zijn en kon vrij gemakkelijk worden
verholpen. Ook klaagden chauffeurs over krappe rijtijden en
over een hun onwelgevallige opzet van de diensten. Dit
laatste is nog steeds een punt van discussie tussen
werkgever en werknemers.
Overigens waren voor
de buurtbuslijnen in al deze gebieden nieuwe,
niet-elektrische VW Crafter-busjes aangeschaft; bij Arriva
genummerd in de 6800-groep, bij EBS in de 9300-groep.
Het materieeltekort
in Twente gedurende de beginperiode kon Arriva met eigen
bestaand materieel opvangen. Een belangrijke rol hierbij
vervulden de van de stadsdienst Lelystad vrijgekomen,
(oorspronkelijk Friese) korte VDL Ambassadors uit de
8600-groep en een aantal Ambassadors van Brabantse origine
(8200-groep), die in Zuid-Holland werden "vastgehouden" om
in het komend voorjaar nog eenmaal dienst te doen op de
Keukenhof-lijnen. Kleinere aantallen bussen konden worden
uitgeleend vanuit de nabijgelegen concessie
Achterhoek/Rivierenland (VDL Citea's, wederom met Friese
herkomst, uit de 8500-groep, en ook de oorspronkelijk
Zuidhollandse bus 8734), vanuit het reguliere wagenpark in
Zuid-Holland (enkele VDL Citea's, waaronder de afgebeelde
bus 8728, en ook gedurende een korte tijd de R-Net Volvo
8900-bus 7713), vanuit Noord-Brabant (in ieder geval de VDL
Citea-wagens 8990 en 8992 en de Volvo 8900-bussen 7269 en
7270, maar ook de Volvo 8700-"reserve"bus 7297 en - heel
mooi bedacht! - de hybride Volvo 7900-eenling 7299) en
vanuit Limburg (afgebeeld: VDL Citea-bussen 9005 en 9025 en
de kortere soortgenoten 9169 en 9171).
In Enschede
verschijnen af en toe natuurlijk tevens (nu ook weer in de
avond en weekends!) Arriva-bussen op de Achterhoekse
sneldiensten 73 en 74; daarbij trof ik VDL Citea-bussen en
ook nog een oude Ambassador aan, de 8446.
Als ik mag afgaan op
gegevens volgens Busposities.nl, waren op 2 januari j.l. nog
19 van de bestelde nieuwe Volvo's niet op de lijndienst
ingezet. Op 8 januari was dit aantal gedaald tot 9, op 13
januari tot 4 en op de 30e januari hadden al deze bussen in
ieder geval al eens dienstgedaan.
Ook de treindienst
Oldenzaal - Hengelo Ov. - Zutphen v.v. heeft Arriva van
Syntus overgenomen.
De eigenaar van
Syntus, Keolis, heeft daarentegen de treindienst Amersfoort-
Barneveld - Ede-Wageningen v.v. aan Connexxion weten te
ontfutselen. Op deze blauwe Stadtler-treinen bespeurde ik
vooralsnog alleen de nieuwe productnaam "RRReis", die
overigens met deze concessiewisselingen ook in Twente en
IJsselmond/Lelystad is doorgevoerd.
Hierbij is het
provinciegrensoverschrijdende concessiegebied IJsselmond/Lelystad,
conform eerdere planning, aan het nog grotere "IJssel en
Vecht" toegevoegd en daarmee aan EBS toegewezen. Ook hier
ernstige problemen met rituitval en vertragingen! En
aangezien in dit gebied ook een personeelstekort speelt,
ziet EBS geen kans op een snelle oplossing. De huidige stand
van zaken houdt zelfs in dat er vanaf april a.s. een
afgeschaalde dienstregeling voor de rest van het
dienstregelingsjaar zal worden ingevoerd en dat het tot die
tijd behelpen blijft, met veel (ca. 10%) kans op rituitval.
Het nog ontbreken van nieuwe (bij EBUSCO bestelde) bussen is
opgevangen met de overname van een deel van de bij Syntus
overbodig geworden Twentse VDL Citea-vloot. Deze tijdelijk
in te zetten bussen behouden de rode Twentse kleur. In het
begin reden de meeste bussen ook nog met de beschildering
van het Twentse Ros rond, die in Twente zelf node wordt
gemist (alleen binnenin de bussen mocht Arriva er nog een
plekje voor reserveren). De wagennummers van Syntus
(3100-groep, met een kleine uitloop in de 3200-groep) zijn
door EBS vervangen door hoge wagennummers in de 4100-groep.
De diensten in het "oude" en het "nieuwe" "IJssel & Vecht"
lopen in elkaar over (er is zelfs een nieuwe lijn 147
Dronten - Harderwijk - Barneveld v.v., in plaats van de
combinatie 147/205, ontstaan). Mede daardoor zijn er nu ook
rode Citea's op bepaalde Veluwse en Sallandse lijnen te
zien, terwijl de voormalige OV Regio-IJsselmond- en
Arriva-Lelystad-chauffeurs alvast aan elektrische bussen van
het niet zo populaire merk BYD (o.a. 2100-groep, en
2700-groep voor de "snelRRReis"-lijnen) mogen wennen. De "baby-BYD"-jes
van de 2400-groep, die Keolis destijds speciaal voor de
stadsdienst Lelystad had besteld, trof ik slechts sporadisch
op deze stadsdienst aan. In de begintijd vielen mij in dit
gebied veel niet-kloppende lijnnummers en bestemmingen in de
filmkasten op. Enigszins komisch was dat op de eerste
dinsdagmiddag van de nieuwe dienstregeling op het grote
vertrektijdenbord te Lelystad geen enkele EBS-bus werd
vermeld, maar wel de eenmaal daagse (!) rit van
Connexxion-lijn 150 naar Enkhuizen en Wervershoof.
Als "achtervangers"
had EBS een aantal hybride Mercedes Citaro-groengasbussen
vanuit Haaglanden naar de Flevopolders gestuurd, die echter
al spoedig huiswaarts keerden. Het lukte mij nog, een opname
te maken van de wagens 5151 en 5156 te Lelystad resp.
Emmeloord. Enige tijd later kwam ik precies deze zelfde twee
bussen weer op het busstation te Naaldwijk tegen, net
voordat ik mijn kleinzoon van school zou afhalen!
Aan de uitbesteding
van lijnen aan onderaannemers in dit gebied heeft EBS niet
veel veranderd. Met de ex-GVB gelede Mercedes Citaro-bussen
724 (?) en 725 verzorgt Gebo Tours ("Hello Bus") lijn 247
tussen Harderwijk en het Walibi-park (aldus in de
Kerstvakantie geconstateerd), maar ook versterkingsritten op
"snelRRReis"-lijn 207 (voorheen lijn 148) tussen Harderwijk
en Lelystad. BusiNext/TCR neemt nog steeds de lijndienst
tussen Almere en Zeewolde via de Eemhof (lijn 150, in plaats
van lijn 160) voor zijn rekening. Er zou een relatief nieuwe
tweedehands VDL Citea-bus (816) voor deze lijn in gebruik
worden genomen, maar tot nu toe zag ik hier alleen de al 17
jaar oude VDL Ambassador (ex-VEOLIA!) bus 568.
Interessant was ook
de waargenomen binnenkomst te Harderwijk van een
ogenschijnlijke (toch nog!) Syntus-bus. Dit was echter een
aan Van Kooten in beheer gegeven bus, bedoeld voor diensten
van Syntus Utrecht (wagennummer 203 resp. 1031), maar nu
vanuit Amersfoort ingezet op schoollijn 620 van EBS. Op
andere afbeeldingen is te zien dat Van Kooten met MAN Lion's
Regio-bus 52 de schoollijn 651 tussen Apeldoorn en Ede
bedient.
De Transdev-groep is
het overschietende materieel van OV Regio IJsselmond op
verschillende wijzen gaan benutten. De bijna tien jaar oude
IVECO Crossway-bussen (5500-groep) mochten zowel het
concessiegebied "Veluwe Zuid" (alwaar de bussen onder de
naam "Transdev" rijden) als het concessiegebied
"Noord-Brabant Zuid-Oost" van Hermes afhelpen van hun oude
Ambassadors. In "Veluwe Zuid" reden al nieuwere IVECO
Crossway-bussen (2700-groep), die in het concessiegebied
Amstelland/Meerlanden van Connexxion na relatief korte tijd
plaats moesten maken voor nieuw elektrisch materieel. Om
dezelfde reden kon OV Regio IJsselmond al enkele jaren
beschikken over een aantal gelede Solaris-DAF-bussen
(9300-groep), die nu eveneens in "Veluwe Zuid"
terechtkwamen. De concessie "Veluwe Zuid" oogt als geheel nu
een stuk moderner dan toen deze een jaar eerder als een
soort "rijdend busmuseum" van start was gegaan. Naast de
genoemde IVECO's en gelede Solarissen trof ik toch nog
enkele oudere gelede Mercedes Citaro-bussen aan
(9200-groep), natuurlijk ook enkele eveneens in Amstelland/Meerlanden
begonnen Mercedes Capacity-bussen, bestemd voor
"studentenlijn" 303 tussen Ede en Wageningen (hogere nummers
in 9300-groep), enkele VDL Citea-bussen (5800-groep,
oorspronkelijk 5400-groep bij VEOLIA) en het donkere busje
van Noot voor het Hoge Veluwe-lijntje 106. De beide Volvo
8700-bussen 5737 en 5738 zijn hier ook nog in dienst, maar
een van de twee wordt steeds door Noot gebruikt op
schoollijn 679 tussen De Valk en Amersfoort. In
Zuid-Oost-Brabant vinden de 5500-IVECO's onder meer
gezelschap van 13-meter VDL Citea-bussen uit de 1200-groep.
Voor de 15-meter VDL
Citea-bussen (4300-groep en bus 5760) en de Volvo
8700-bussen (5700-groep) die eveneens bij OV Regio
IJsselmond vrijkwamen, was aanvankelijk niet duidelijk of
deze nog elders bij het Transdev-concern zouden worden
ingezet. Maar enkele van deze lange VDL-wagens uit 2014
mogen nu meelopen op R-Net-lijn 346 in Amstelland/Meerlanden
tussen Haarlem en Amsterdam-Zuid, ter afwisseling van de
ex-TCR VDL-dubbeldekkers uit de 1100-groep. Bij avondlicht
kon ik de (nog blauwe) 4312 in deze nieuwe rol vastleggen.
Ook in het donker helaas, kon ik zelfs nog nèt meemaken dat
in het concessiegebied "Gooi & Vechtstreek" kortstondig een
beroep werd gedaan op enkele van de vrijgekomen Volvo
8700-bussen, die inmiddels 14 tot 15 jaar oud zijn. De 5741
hield het na een rit op stadslijn 1 te Hilversum verder voor
gezien. Ook de wagens 5745 en 5748 hebben eerder een paar
diensten in dit gebied gereden. Dat gold overigens ook voor
de VDL-tandemasser 5760, die zijn leven hier jaren geleden
was begonnen. Nog wat contextuele plaatjes uit
concessiegebied "Gooi & Vechtstreek": het hoogste
wagennummer onder de nog in aflevering zijnde elektrische
EBUSCO-wagens dat ik hier aantrof, was 2208; van de bijna 17
jaar oude, ex-VEOLIA Ambassadors was onder meer de 5835 nog
in dienst, hier afgebeeld naast de elektrische, uit
Noord-Holland Noord afkomstige VDL Citea-bus 7645.
De problemen bij EBS
in de Zaanstreek zijn zo mogelijk nog groter dan in
concessiegebied "IJssel & Vecht". Ook hier
personeelstekorten, terwijl de verwachte elektrische bussen,
ditmaal van VDL, niet op tijd beschikbaar zijn. De
materieelnood wordt enerzijds geledigd met overgenomen VDL
Citea's uit Berlijn (D.), die de gele streek-kleur van EBS
hebben, en anderzijds met van Connexxion overgenomen VDL
Ambassadors (hogere nummers uit 3500-groep) uit deze zelfde
Zaanstreek. Beide series overgenomen VDL-bussen hebben
nieuwe wagennummers in de 4100-groep gekregen, aansluitend
op de wagennummers van de 12 jaar oude Scania
Omnilink-bussen waarmee EBS al sinds de start van dit
bedrijf in het Waterland rijdt (genummerd vanaf 4001). Bijna
alle van Connexxion overgenomen wagens zijn R-Net-bussen. Er
verschijnen wel berichten dat deze inmiddels 13 jaar oude
bussen in een zeer slechte staat zouden verkeren. Regelmatig
zijn er nu ook Waterlandse Scania's in de Zaanstreek te
zien. Men kan op de inzet in het Waterland voorlopig een
beetje besparen doordat EBS vanwege wegwerkzaamheden een
jaar lang niet mag doorrijden naar station Amsterdam
Centraal en alle betreffende lijnen tijdelijk zijn ingekort
tot metrostation Noord. In het Waterland zelf is aan de
materieelinzet weinig veranderd: deze omvat ook onder meer
gelede Scania Omnilink-bussen (1001 tot en met 1025),
tussentijds aangeschafte gelede elektrische VDL Citea-bussen
(1031 tot en met 1040) en gele Scania Omnilink-streekbussen
(5000-groep).
Er zijn twee
gecombineerde, reguliere lijnen door de gebieden van
Waterland en Zaanstreek ontstaan: lijn 111 tussen Zaandam en
Marken, via metrostation Noord te Amsterdam, en lijn 67
tussen Zaandam en Purmerend via Wormer. Het kleine materieel
op lijn 67 (9100-groep) oogt nieuw, maar deze elektrische
VDL Midcity-bussen zijn overgeschoten uit een eerder door
Connexxion afgekeurde, grotere serie van dit soort busjes
die oorspronkelijk was bestemd voor Noord-Holland Noord.
Tijdens een rit op deze lijn viel mij, althans achterin, het
gebrek aan comfort bij het berijden van hobbelige weggetjes
op.
Alleen over
buurtbuslijn 456, waarop ik de nieuwe VW Crafter-bus 9347
waarnam, schijnt iedereen tevreden te zijn. EBS zag zich in
dit gebied genoodzaakt, vooralsnog - met een paar
uitzonderingen - volgens de vakantiedienstregeling te rijden
en op zaterdag als op zondag.
Met enige zorg toch
nog voorspoed in en op de bus toegewenst!
Dick
|